Buikspieroefeningen
Start met het iets intrekken van je onderbuik (iets onder de navel), hier zit de dwarse buikspier. De dwarse buikspier zorgt, samen met je bekkenbodem, diepe rugspieren en een juiste ademhaling, voor stabiliteit van het bekken en beschermt de buikwand en rug bij aanspannen. Span de spier aan door de onderbuik iets in te trekken en blijf doorademen. Je mag hier in de kraamtijd, vanaf dag 4 mee beginnen. Span aan en laat na 1 tot 3 tellen weer los. Je kunt dit het makkelijkst oefenen in ruglig met opgetrokken knieën of zijlig. Daarnaast mag je de spier ook gebruiken bij het gaan staan, gaan zitten en bijvoorbeeld bij het tillen van je de boodschappen, zodat je bekken beschermd is.
De schuine buikspieren mogen vanaf 10 dagen na de bevalling getraind worden. Ga op de rechter zij liggen en trek je knieën iets op, zodat je stabiel ligt. Plaats je linker hand voor je buik waarbij de vingertoppen naar rechts wijzen. Duw nu rustig je hand in de grond, waarbij je zult voelen dat de schuine buikspieren aanspannen. Draai op je andere zij en herhaal de oefening. De schuine buikspieren verstevigen je romp tijdens draaiende bewegingen, denk hierbij aan je kind uit een autostoeltje halen of iets in de vaatwasser zetten.